skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic

Bosch' Ontwerpers Kollektief (BOK)

In de Bossche binnenstad wordt in de jaren zeventig en tachtig volop gekraakt, waaronder veel leegstaand rooms-katholiek vastgoed zoals het ziekenhuis Sint Joan de Deo aan de Papenhulst en het Redemptoristenklooster aan de Sint Josephstraat (naast de huidige Orangerie). Om deze gebouwen geschikt te maken voor jongerenhuisvesting en het ideaal van gemeenschappelijk wonen in de praktijk te brengen, kunnen de krakers technische en bouwkundige hulp inroepen van het Bosch’ Ontwerpers Kollektief (BOK). Ik praat met Ivo en Jos, twee medewerkers van het eerste uur.


Jos en Ivo als medewerkers van het BOK, ca. 1980-1984 (bron:
ongedateerd krantenknipsel Brabants Dagblad, privécollectie
Ivo Galama en Jos Verhagen)

Stedelijk Sentrum (1976-1980)

Na de afronding van hun studie aan de HTS in Den Bosch gaan Ivo en Jos aan de slag bij het Stedelijk Sentrum, dat in 1976 de deuren opent. Deze club van bouwkundigen, juristen, vormings- en opbouwwerkers ondersteunt bewonersgroepen in kansarme buurten bij het aanpakken van problemen op het gebied van huur, sloop, nieuwbouw, achterstallig onderhoud en renovatie. Ook door te streven naar bewustwording – waarom is een wijk zoals deze is? – proberen ze de invloed van deze bewoners op hun woon- en leefsituatie te vergroten. Dat ze hiermee beantwoorden aan een dringende behoefte, blijkt wel uit het sterk groeiende aantal buurtcomités in de jaren zeventig. Het Bossche Aktieboek 1979 vermeldt er ruim 30. Het Stedelijk Sentrum is onder andere actief in West II, de Gestelsebuurt, de Sintstraten, Kastanjestraat, Oostwal en het Veemarktkwartier en krijgt hiervoor gemeentelijke subsidie.

Jos vertelt hoe hij bij het Stedelijk Sentrum terechtkwam. ‘Ik was afgestudeerd en deed een beroep op de Wet gewetensbezwaren militaire dienst (WGMD), omdat je toen nog de dienstplicht had. Die procedure liep ongeveer anderhalf jaar, vanaf je eerste melding dat je niet in dienst wilde. Dat werd ook echt zo lang mogelijk getraineerd, hadden wij als Werkgroep Informatie Dienstplicht (WID, opgericht in 1975) het idee. Vervolgens moest je achttien maanden vervangende dienst doen. Dus ook een soort straf. Alles bij elkaar was je bijna drie jaar kwijt in je maatschappelijke carrière.’ Als bouwkundige kon Jos nergens terecht. Werken bij een commerciële onderneming zoals een architectenbureau was als vervangende dienstplicht immers niet toegestaan. Hij ging daarom buurtwerk doen met jongeren in de Graafsewijk. ‘Daar zaten mensen die wisten van een stadsvernieuwingsproject en ben ik op het spoor gekomen van het Stedelijk Sentrum, waar ik mij heb aangemeld en uiteindelijk ook de vervangende dienstplicht heb gedaan. Dat was wel via een zijweg, want eigenlijk mocht je die dienstplicht niet vervullen op de plek waar je vrijwilligerswerk deed. Dus niemand kende mij daar, zogenaamd, als zo’n mannetje kwam kijken wat het voor club was’, lacht hij. Een van zijn collega’s, Ivo, was in de eindfase van zijn studie aan de HTS tot het besef gekomen dat hij eigenlijk niet veel voelde voor de carrière die het meeste voor de hand lag: de techniek in, of werken op een architectenbureau. ‘Bouwen is heel erg duur en dat kon ik helemaal niet meer rijmen met het maatschappelijke aspect.’ Bij het Stedelijk Sentrum kon hij dat idealisme kwijt: zijn socialisme, ideeën over inspraak, het willen steunen van mensen in hun acties, iets doen tegen de woningnood. ‘Dus niet voor de mensen die mooie landhuizen voor zichzelf laten bouwen of in blinkende kantoren werken’, zegt hij.

BOK (1980-1992)

In 1980 begonnen Ivo en Jos, samen met vier anderen, het Bosch’ Ontwerpers Kollektief. Dit betekende het einde van het Stedelijk Sentrum, dat per 1 september hetzelfde jaar ophield te bestaan. Het BOK was een stichting en geen commerciële instelling. Een strikte scheiding tussen werkgever en -nemer wilden ze niet. Een ‘opmerkelijke architectengroep’, zo introduceerde het Brabants Dagblad het initiatief destijds: ‘Het beschouwt zichzelf als een alternatief voor de gevestigde architectenbureaus. De zes leden zijn erop tegen achter een keurige tekentafel mooie plannen te ontwerpen, waarbij (toekomstige) bewoners niet van meet af aan zijn betrokken. Bovendien richt het zich alleen op goede, betaalbare huisvesting en kiest uitdrukkelijk de kant van de laagst betaalden in onze samenleving. Opdrachtgevers met plannen voor een rijzige kantoorkolos zijn bij het BOK dus duidelijk aan het verkeerde adres’, aldus het artikel.

Het BOK was achtereenvolgens gevestigd aan de Pelssingel 16, de Koninginnenlaan (tegenover het station) en Lombardje 14-16. ‘In het BOK zaten mensen vanuit een zeker idealisme, linkse politiek zeg maar, CPN, PSP en van zulke partijen,’ vertellen Ivo en Jos. Als BOK wilden zij zich vooral richten op bewonerscomités. Dit was een landelijke trend. In Eindhoven bijvoorbeeld begonnen (oud-)studenten van de Technische Universiteit een Kollektief voor Stadsvernieuwing (KOVOS).


BOK in het nieuws (klik om te vergroten)

De aandacht voor betaalbare huisvesting en groepswonen bracht de jonge groep bouwkundigen van het BOK in contact met de bloeiende kraakbeweging in de stad, die in een reactie op de hoge woningnood onder jongeren (de stad trok in deze jaren steeds meer studenten) actie voerde tegen huisjesmelkers, leegstand en het slopen van panden die zich, in hun ogen, prima leenden voor goedkope huisvesting en collectieve woonvormen. ‘Kraken was een middel om huisvesting te realiseren en het BOK kon hierbij helpen’, vertellen Ivo en Jos. Zo bezien heeft het BOK ook een bijdrage aan de Bossche kraakbeweging geleverd. ‘Dat kraken was heel goed georganiseerd, hoe vreemd het ook klinkt voor een anarchistische beweging’, lacht Jos. ‘Ze hebben veel dingen voor elkaar gekregen.’ De krakers waren wel een heel andere doelgroep dan de wijk- en buurtgroepen. ‘De contacten tussen de krakerswereld en de buurtgroepen, die is nooit zo sterk geweest. Dit waren wel duidelijk twee doelgroepen’, zegt Ivo. ‘Wel merkte je dat de voorvechters van buurtacties, de meer radicalen, meer begrip hadden voor de krakers. Maar ze hebben elkaar niet echt ondersteund’, herinnert hij zich. ‘Ze vonden elkaar wel in kraakacties in arbeiderswijken en in de oppositie naar de gemeente toe. Dat was de grote gemeenschappelijke vijand.’

Het BOK en de Bossche kraakgroep lagen elkaar goed. Zodra een pand gekraakt was of zelfs al van te voren, werd hun bedrijf erbij gehaald voor een bouwkundige schouw. De eerste opdracht was ‘De Paap’, het in 1978 gekraakte voormalige ziekenhuis Sint Joan de Deo aan de Papenhulst. De krakers wilden het pand geschikt maken voor betaalbare (jongeren)huisvesting. Eef, een van de bewoners, studeerde bouwkunde in Eindhoven en bracht de Papenhulstbewoners in contact met Ivo, Jos en de andere architecten van het Stedelijk Sentrum. Na een paar jaar kwam er een bouwplan op tafel en dit was tevens de oorsprong van het BOK. (Een naam die trouwens ook zou verwijzen naar Kareltje, de huisbok van de Papenhulstbewoners.)

Stadsvernieuwing

Naast De Paap was het BOK bijvoorbeeld ook de architect van het verbouwingsplan van het Pacillyhuis, de panden Achter het Stadhuis 12 en 14. Deze werden in 1980 gekraakt, waarna bewoners en het BOK in juli 1981 een verbouwingsplan, een combinatie van restauratie en sociale woningbouw, presenteerden. Het Ministerie van Volkshuisvesting en de rijksdienst voor Monumentenzorg betaalden mee aan het project. In de zomer van 1984 werd het verbouwde Pacillyhuis, dat ruimte bood aan twee woongroepen, geopend. Wethouder Ton Lensen reikte de sleutels uit. De elf nieuwe bewoners, het BOK en sympathisanten grepen de gelegenheid aan om nog eens krachtig te pleiten voor gemeentelijkse steun aan plannen voor groepswonen.

Het probleem was dat voor zulke panden nog geen vaste procedures bestonden, vertelt Jos. ‘Ook met de Sint-straten bijvoorbeeld wist de gemeente niet goed raad. Veel panden waren er in slechte staat, de huren waren laag en dit trok van alles aan in de buurt wat de gemeente liever niet had. Buurtbewoners hebben toen zelf actie ondernomen. Ze weigerden huur, zolang er niets aan hun huizen gebeurde. De woningbouwvereniging wist het ook niet goed. We hebben daarom zelf veel moeten uitvinden.’ Ivo: ‘De gemeente had moeite om tegen het kraken op te treden. Als je kon aantonen dat je iets met het pand ging doen, dan ging de politie echt niet ontruimen. De gemeente had ook de plicht om te zorgen voor jongerenhuisvesting en zo zaten zij dus in een spagaat. Ze zagen kansen, maar wilden het kraken eigenlijk niet.’ Deze situatie was een voedingsbodem voor het BOK, een architectencollectief dat nooit door de gemeente of woningbouwverenigingen, maar juist door bewoners in de arm genomen werd.


Brochure BOK (klik om door te bladeren)

Het hele terrein van stadsvernieuwing dat in de jaren tachtig tot stand is gekomen, is door dit soort activiteiten vormgegeven. ‘Zonder ons op de borst te kloppen, we vinden dat wij als BOK daar wel een bijdrage aan hebben geleverd’, zegt Jos. ‘Wij hebben tussen de twee partijen gelaveerd, de gemeente en de eigenaars, en de wijkbewoners en de krakers.’ In dit streven kregen ze ook steun vanuit de lokale politiek. ‘Bosch Belang was toch meer voor de Bossche ondernemers en middenstand. Maar bij Knillis had je er een paar die het belang inzagen van jongerenhuisvesting en die vonden we vaak aan onze kant’, vertelt hij. ‘En de PvdA zat er een beetje tussenin.’

Pas veel later is in deze situatie verandering gekomen. Toen werd het BOK ook rechtstreeks door woningbouwverenigingen benaderd. Ivo en Jos spreken hier van een bredere omslag. In de jaren zestig en zeventig was de gemeente, met alle aandacht voor uitbreidingswijken, overvallen door de problematiek van stadsvernieuwing in het centrum. Maar begin jaren negentig had de gemeente op deze problematiek meer grip gekregen, procedures bedacht en bijvoorbeeld zelf een bureau van woningdeskundigen opgericht, wat leek op wat het Stedelijk Sentrum deed. Dat zag je in veel plaatsen. Ivo: ‘Je zag dat ook andere architecten zich met zulke oude panden in de binnenstad gingen bemoeien.’ Het BOK kreeg concurrentie, mede door het eigen succes en dit heeft er onder andere toe geleid dat het collectief in 1992, met een dreigend faillissement, heeft besloten om te stoppen.


BOK in het nieuws (klik om te vergroten)

Actievoeren

Naast het realiseren van bouwplannen hebben Ivo en Jos de kraakbeweging ook gesteund door zelf aan acties deel te nemen. Ivo was er bij toen krakers op 23 april 1981 het pand Vughterstraat 224, eigendom van Marggraff, in gebruik wilden nemen. Dit pand was al eerder, in 1975 gekraakt maar met geweld ontruimd. Deze keer bereidden de krakers zich daarom veel beter voor. Wekenlang werden er op maat barricaden gelast en in elkaar geschroefd . Ook werd een speciale editie van Kleintje Muurkrant voorbereid over Marggraff, dat de dag van de kraak in een oplage van vijfduizend exemplaren werd verspreid. Eenmaal in gebruik genomen, ontstond in het pand het Kraakkafee van Den Bosch. In augustus dat jaar heeft een knokploeg van Marggraff het pand ontruimd. Ivo, bij deze actie betrokken als lid van de ‘werkgroep kamerbewoners’ van het Jongeren Advies Centrum (JAC), spreekt van een ‘stevige ervaring’. ‘Marggraff kwam zelf mee met zijn jachtgeweer over de schouder en zijn ploeg ging via het dak aan de achterkant naar binnen. Er is toen niet echt geslagen geloof ik, maar het was wel een flink machtsvertoon. Toen we aangaven te zullen ontruimen, is die ploeg weer vertrokken. Het was een hele confrontatie, tussen Marggraffs recht om het pand leeg te laten staan en het woonrecht, dat wij zo belangrijk vonden.’ Zo ontdekte Ivo dat het kraken toch niets voor hem was.

Jos heeft eenzelfde ervaring en noemt de actie bij het Kruisbroedershof, waar in 1979 een flinke confrontatie heeft plaatsgevonden tussen krakers en de Mobiele Eenheid. ‘Dat was mijn traumatische ervaring’, lacht hij. ‘Een aantal mensen had zich verschanst in het pand. Ik was deel van de buitenwacht en we probeerden zo lang mogelijk stand de houden. Maar dat duurde niet zo heel lang. De M.E. ging flink tekeer met hun lange stokken. En tijdens een bezetting van het stadhuis door krakers zijn we door de M.E. naar buiten geranseld. Ook deed hij mee aan de actie tegen de ontruiming van de gekraakte voormalige Pedagogische Academie in 1983. Hij heeft zich daar toen nog vastgeketend. ‘Ja, dat waren nog eens tijden’, lacht Ivo.

In Amsterdam en in Nijmegen ging het er nog wel harder aan toe, zegt Jos. ‘Zo heftig vond hij het in Den Bosch niet. Maar die radicalisering, het grimmiger worden van de strijd, zag je ook in Den Bosch. ‘En dan krijg je toch een beetje het groepsgebeuren, het meelopen en de groepsdwang. Ik heb toen de keuze gemaakt om daar niet in mee te gaan. Met name na de ontruiming bij het Kruisbroedershof. Je moet het toch voor jezelf kunnen verantwoorden.’

Bronnen
  • Interview van de auteur met Ivo Galama en Jos Verhagen (2021)
  • Privécollectie Ivo Galama en Jos Verhagen, o.a. Jaarverslag Stedelijk Sentrum: verslag van ale aktiviteiten over de periode sept. 1978 tot nu (mei 1980); brochure Bosch' ontwerpers kollektief: b.o.k. (11 juni 1980) en krantenknipsels: 'BOK: opmerkelijke architectengroep. Bewonersgroepen bij alle plannen betrekken', Brabants Dagblad (z.j. [1980]), 'Pleidooi voor steun groepswonen. In verbouwd Pacillyhuis ruimte voor twee woongroepen', Brabants Dagblad (1 juni 1984) en 'BOK-architecten stoppen ermee', Brabants Dagblad (15 juli 1992).
  • Gertjan van Beijnum, Manuscript over de historie van alle grond en gebouwen aan de Papenhulst en directe omgeving van 's-Hertogenbosch ('s-Hertogenbosch, versie: zomer 2021).
  • Lien van Horen, Paul Kokke en René van der Velden (red.), Het Bossche aktieboek 1980 (Den Bosch 1980).

Reageren

Reageer hieronder en deel je herinneringen aan de protestbewegingen van de jaren zestig, zeventig en tachtig. Ook zoekt het BHIC voor dit thema foto's en ander oud materiaal, om op de site te plaatsen.

Deel verhalen en foto's

Bekijk ook

Protest in Brabant

Boek over de Bossche beweging

Er wordt gewerkt aan een boek over de opstandige jaren 1975-1985 in Den Bosch. Makers zijn journalist Eric Alink en documentalist Gertjan van Beijnum, die beiden actief waren in de toenmalige beweging. Verder bestaat de redactie uit sociaal historicus Frans Van Gaal, vormgever Maarten Sterneberg en Rob Koolen. Heb je verhalen of beeldmateriaal uit die tijd? Stuur een berichtje aan denboschinbeweging@gmail.com. De makers nemen contact met je op. Je kunt je ook aanmelden als je te zijner tijd extra info over het boek wil.

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.
Doe mee en vertel jouw verhaal!